Zeehondenpups hebben behoefte aan rust, geen opvang

De afdeling Gedragsbiologie van het Groningen Institute for Evolutionary Life Sciences van de Rijksuniversiteit Groningen​ heeft een onderzoek gepresenteerd samen met het Zeehondencentrum Pieterburen met daarin de eerste uitkomsten van een uniek onderzoek naar het gedrag van zeehonden.

Hieruit blijkt onder andere dat zeehondenpups veel langer zonder moeder kunnen dan voorheen werd aangenomen, met belangrijke consequenties voor de huidige praktijk van zeehondenopvang. Het onderzoek is belangrijk in verband met de huidige discussie over de nut en noodzaak van zeehondenopvang en geeft aan dat zeehonden in de eerste plaats behoefte hebben aan rust, en dat terughoudendheid gewenst lijkt bij het opvangen van pups.

De eerste uitkomsten van een twee jaar durend wetenschappelijk onderzoek naar het gedrag van moeders en pups van de Gewone zeehond wijzen er op dat zeehondenpups (de zogenaamde huilers) veel langer zonder moeder kunnen dan voorheen werd aangenomen. Momenteel schrijft de leidraad zeehondenopvang voor dat pups weggehaald moeten worden na een periode van twee uur alleen te zijn geweest, maar in de praktijk blijken pups tot wel 8 uur alleen te liggen zonder nadelige gevolgen. Ook krijgen zij melk van verschillende moeders, waar voorheen werd aangenomen dat ze strikt alleen bij hun eigen moeder konden zogen.

Het Zeehondencentrum en de onderzoekers, Beatriz Rapado Tamarit en Marga Mendez Arostegui, willen dan ook van iedereen vragen zeehonden vooral rust te geven en zeer terughoudend te zijn met het opvangen van pups. Des te meer daar er aanwijzingen zijn dat opvang van jonge zeehonden nadelige gevolgen heeft voor zowel jong (mogelijke gemis van de socialisatieperiode) als moeder (die dagen lang naar haar jong blijft zoeken). Wetenschappelijk gefundeerde opvang moet als laatste redmiddel worden beschouwd.

 

Scroll naar boven