Na negentig jaar verdwijnt supermarkt Douwe Bakker uit het straatbeeld in Hollum. Per 1 februari 2023 is in het centrum van Hollum de deur opengegaan van de nieuwe Plus. Het betekent ook een eind van drie generaties supermarkteigenaren, die niet toevallig alle drie Douwe Bakker heten. Op de Amblahoeve in de Oosterlaan te Hollum schuiven we aan bij de koffietafel, voor een afscheidsinterview met Douwe Bakker en diens vrouw Jolanda. Een bijzonder vaarwel na een turbulent laatste jaar.
Nee, pensionados mogen we ze nog niet noemen. Zeker van de kinderen niet, zeggen ze beiden lachend. Om een goed beeld te schetsen hoe vergroeid Douwe met de winkel was, gaan we terug naar zijn kinderjaren. ‘Het eerste wat ik me kan heugen is HEDOCO, het warenhuis. Toen ik geboren ben, woonden we aan de Spinhuisstraat in Hollum. Waar nu Café Bok staat, daar was toen het warenhuis. Wat nu eigenlijk Warenhuis Engels is, op het Zwaneplein. Op die plek was toen de supermarkt. Het warenhuis en ons huis zaten aan elkaar vast, dus daar kon je binnendoor. Maar aan de winkel op het Zwaneplein bewaar ik niet zo veel herinneringen, ik was toen erg jong.’
‘In 1976 is de winkel verhuisd van het Zwaneplein naar de huidige plek aan de O.P. Lapstraat’, gaat Douwe verder. ‘Aan die winkel bewaar ik - uiteraard - veel mooie herinneringen. Toen ik klein was ging ik vaak op zondag mee met mijn vader, als hij daar nog wat zaken moest afronden of moest voorbereiden voor de nieuwe week. Tegenwoordig zie je de jeugd veel skeeleren, wij waren destijds altijd aan het rolschaatsen. Er schaatste natuurlijk niets mooiers dan zo’n gladde vloer in de winkel. Ik nam dan vriendjes mee en dan rolschaatsten we door heel de winkel. Dat is zo’n beetje mijn eerste actieve herinnering’, lacht de Hollumer.
Jolanda’s eerste herinneringen dwalen een heel ander pad af. ‘De mandarijnenyoghurt… Die zat toen nog in een fles met zo’n aluminiumfolie-lipje als dop. Dat vond ik altijd heerlijk. Halve liters waren dat, in kleine glazen flessen. Het leek een beetje op de Spaanse sinaasappelkwark van Almhof. Je had ze in meerdere smaken, maar die met mandarijn was de allerlekkerste.’
Drie generaties
Supermarkt Douwe Bakker is al negentig jaar een begrip in Hollum. Douwes’ grootvader beet het spits af. ‘Opa is ermee begonnen bij zijn ouders thuis. In de gang van het huis begon hij toen een winkeltje. Volgens mij was hij toen zeventien jaar. Ik heb hier nog een oud kistje met nota’s, die opa altijd bewaard heeft’, loopt Douwe zoekend de hal in. ‘Die stammen uit de jaren dertig van de vorige eeuw. Kijk, dit kistje komt uit 1938. Hier zitten allemaal handgeschreven nota’s in. 1936, 1934… De eerste facturen die ik gevonden heb, waren van de beginjaren dertig. Opa is in 1915 geboren, dus dat moet in 1932 of 1933 zijn geweest.’
Nadat opa Bakker de winkel had overgedaan aan zijn zoon, was ook kleinzoon Douwe in de wieg gelegd om de winkel later over te nemen. Uiteindelijk begon het ondernemerschap in 1993. ‘Ik heb altijd zoiets gehad van: dit ga ik doen. Of dat nu is omdat ik het allemaal zo leuk vond of dat het is omdat het er was en mijn opa en vader dat hadden gedaan, dat weet ik eigenlijk niet. Het gevoel van moeten heb ik nooit gehad. Mijn ouders hebben daar nooit op aangestuurd. Maar misschien voel je dat zelf onbewust wel een beetje. Op de BWS was ik al met mijn vakkenpakket bezig met wat ik wel en niet nodig had, omdat ik later in de winkel zou werken. Achteraf gezien is het bij mij in ieder geval wel goed uitgepakt. Ik heb het altijd heel erg leuk gevonden en het paste bij mij.’
Het leven als supermarktondernemer is hem dertig jaar lang heel goed bevallen. ‘Het is een enorm afwisselende baan. Ik vind het leuk om met veel mensen te werken. Ik ben een mensen-mens. Ik heb dat altijd heel gezellig gevonden. Als de zomerkrachten dan begonnen, begon ikzelf ook. Dan was het altijd een drukke periode, maar ik vond dat altijd wel mooi. Maar ik heb bijvoorbeeld ook altijd op zaterdag gewerkt. Dan werkte de schooljeugd als weekendkrachten, dat was ook altijd superleuk. Andere verhalen, een biertje in de kantine. Dat was het grote voordeel van het eigen baas zijn, je kunt alles zelf invullen. De winkel staat gelijk aan plezier.’
Droomwinkel
Toch gaat Douwe weinig zaken missen van de winkel. ‘De winkel is altijd aanwezig geweest in mijn leven. Daarom is dit natuurlijk wel een apart idee. Toen ik geboren werd, was de winkel er al. We zijn nu net gestopt en voor het eerst in mijn leven is de winkel er niet meer. Ik ben in 1993 begonnen. Als je de winkel van toen vergelijkt met die we een paar weken geleden verkocht hebben, dat is heel anders. Het is prachtig om iets stukje bij beetje op te bouwen. De laatste verbouwing die we in 2020 hebben gedaan, dat was mijn droom. Ik wilde altijd nog een keer een prachtige winkel neerzetten. Dat heb ik gedaan. Met z’n allen hebben we de schouders eronder gezet, om de winkel in een tijdsbestek van drie weken van binnen en van buiten helemaal aan te pakken. Ook met de aanloop daar naartoe, dat was mooi. Daar ben ik wel het meest trots op.’
Kort na het realiseren van zijn droom, begon Douwe - nu 54 jaar - na te denken over het vervolg. ‘Ik heb altijd al gedacht: ‘als ik een jaar of vijftig ben, dan houd ik ermee op en ga ik nog iets anders doen’. Dat had ik altijd in mijn hoofd. Maar toen was ik bijna vijftig jaar en dacht ik: ‘Ja… maar wat ga ik dan doen?’ Ik had eigenlijk niets wat ik écht wilde. Ik vond het veel te leuk. We kwamen toen steeds verder met die grotere winkel, een beter parkeerterrein. Uiteindelijk hebben we dit dus eerst allemaal gerealiseerd in 2020.’
‘Maar er was wel iemand die de winkel graag van ons over wilde nemen’, gaat Douwe verder. ‘En dan ga je er toch weer over nadenken. Dus toen de verbouwing eenmaal klaar was, zijn we met onze bedrijfsleider Freerk Jan Ney en zijn vrouw Catharina afspraken gaan maken over de overname van de winkel. We zouden het twee jaar samen gaan doen en dan zouden we het stokje aan hen overdragen. Aan al onze gezamenlijke plannen kwam abrupt een einde door het overlijden van Freerk Jan. Een moeilijke tijd volgt. Maar ik kan wel zeggen dat we met hulp van ons personeel onze schouders er weer onder hebben gezet. Het is fantastisch hoe iedereen dat met elkaar gedaan heeft. Daar zijn we onbeschrijflijk trots op!’
Op z’n zachtst gezegd een turbulent laatste jaar
In oktober 2022 overleed ook nog Douwe Bakker senior. ‘Een klote jaar’, vat Douwe samen. ‘Toch konden we naar het overlijden van pa toeleven, omdat hij ziek was. Dat hebben we wel een plekje kunnen geven. Natuurlijk, je mist je vader ook iedere dag. Hij kwam altijd langs en dat is nu weg, dat komt niet meer terug. De herinneringen blijven. Maar het overlijden van Freerk, dat kan ik moeilijk accepteren.’
Dat Douwe de winkel na drie generaties over zou doen, vond hij niet moeilijk om te vertellen aan zijn vader. ‘Ons pa is gestopt met werken in het najaar van 2000. Natuurlijk, hij bleef altijd betrokken. Hij kwam iedere dag langs. Maar hij heeft zich nooit ergens mee bemoeid. Nooit! Alles wat ik deed vond hij altijd fantastisch. Serieus. Als ik hem iets vertelde, zou hij nooit zeggen: ‘Jongen, dat moet je niet zo doen, maar dit en dat’. Alles was altijd prima. De plannen met Freerk Jan en Catharina, dat vond-ie natuurlijk prachtig. Hij had zelf ook nog met Freerk gewerkt en hem 100.000 keer gesproken. Catharina is ons eigen nichtje. Mijn opa Douwe Bakker was ook haar opa. Dat maakte het ook wel weer bijzonder.’
‘Ik ging dus niet met een knoop in mijn maag bij mijn ouders langs om het te vertellen’, gaat Douwe verder. ‘Ons pa was ook niet zo sentimenteel dat het dan niet meer van ons was. Ik heb ook uitgelegd dat ik niet op onze kinderen kon wachten. Dan zijn ze nog te jong. Het bedrijf dat wij hadden, is ook te groot voor iemand van twintig om dat over te nemen. Daar moet je simpelweg wat ervaring voor hebben. In mijn tijd kon dat nog wel, maar nu niet meer. Bovendien: als ik het nog een jaar of tien zou doen, dan zijn ze een jaar of achttien. Hoe vrij is dan hun keuze, als ik de winkel nog tien jaar blijf doen om hun te laten kiezen? Ze hebben dan de wetenschap dat wij het nog tien jaar hebben gedaan, zodat zij de keuze kunnen maken. En dan moet jij maar op je zeventiende of achttiende zeggen: ‘Nou pa, leuk en aardig allemaal, maar dit gaan we niet doen’. Dat voelt dan niet goed. Dat heeft ook een beetje meegespeeld.’
Ondertussen had er een fusie plaatsgevonden tussen Coöp en Plus. ‘Op zich hartstikke mooi, want Plus is een goede formule. Maar dat hield voor ons in dat we opnieuw een grote investering moesten doen in onze winkel. Om dat terug te verdienen, moesten we nog een jaar of zeven tot acht door. Omdat we dus al bezig waren met een einddatum, die we dan door die investering plotseling acht jaar moesten uitstellen, dat was lastig. Het zaadje van het overdoen van de winkel, was al geplant in 2020. Om dat allemaal door te trekken tot 2030, was lastig. Toen hebben we besloten om die investering niet te doen en het te koop aan te bieden aan Plus. We bereikten daarover uiteindelijk een mondeling akkoord en dat heb ik mijn vader nog kunnen vertellen voordat hij overleed. Dat was goed zo. Al weet ik ook dat wanneer ik het hem niet verteld had, hij het ook prima had gevonden. Daar had ik nooit een naar gevoel aan overgehouden. Zo was hij gewoon niet.’
Het is goed zo
Tijdens de laatste zeven en een half jaar deden Douwe en Jolanda de winkel samen. ‘Het was altijd best veel, in je eentje’, begint Douwe. ‘Nadat de kinderen geboren waren, is Jolanda erbij gekomen. Vanaf dat moment is het voor mij wel een stuk makkelijker geworden. Vanaf die tijd zijn we ook best wel gegroeid qua omzet en qua winkel. Het scheelde enorm dat Jolanda er erbij was, terwijl het niet meteen haar passie was.’ Jolanda knikt: ‘Het is heel dubbel. Het is super wat de winkel ons gebracht heeft. Je bent hartstikke flexibel. De kinderen zitten op de christelijke school, dus je stapt bij wijze van spreken zo over het hek heen en je bent er. Dat is hartstikke leuk. Maar de winkel bracht ook altijd heel veel verantwoording met zich mee. Daar had ik meer moeite mee.’
‘Ja, en nu… Nu niets!’, lacht Douwe hardop. ‘Ik heb hier nog stapels werk staan, alleen al om alles op te ruimen en uit te zoeken. Mijn dagen komen wel om. We hebben wat bungalows die we verhuren, we hebben de paarden, we hebben land. Ik merk wel: mijn dagen vliegen voorbij. Ik zit er niet over in dat ik me ook maar een dag ga vervelen. Dat heb ik aan ons pa ook wel gezien: die heeft zich nooit een dag verveeld na zijn pensioen. En wij hebben minimaal net zoveel om handen als ons pa en moeke hadden toentertijd. Jolanda staat er wel iets anders in, die wil nog wel wat doen als ze iets leuks tegenkomt.’
Op 7 januari 2023 hadden ze beiden hun laatste werkdag. Die werd afgesloten met een laatste keer balansen, een biertje en pizza. Ook hebben ze nog een afscheidsfeest gegeven voor familie, vrienden en personeel in de Griffel, voordat de Coöp in Hollum op 1 februari werd heropend als Plus. Het grapje dat alles duurder is geworden nu het niet meer van hen is, durfden ze nog niet aan. ‘Het is ook een hele verandering voor de werknemers’, vindt Jolanda. ‘Gelijk ook met die verbouwing erbij. Ze hebben nu alles in één keer. Maar anderzijds hebben ze dat dan ook maar gehad en is dit een heel nieuwe start. Voor ons geldt dat ook, omdat het niet meer zo oogt zoals het bij ons was. De Plus is prachtig, maar voelt niet meer als eigen. De afstand naar de winkel is door de verbouwing voor ons nu gecreëerd.’
Toch staan Douwe en Jolanda ook stil bij al hun werknemers door de jaren heen. ‘Eén ding heb ik in al die tijd wel geleerd’, zegt Douwe. ‘Alleen kun je niets, samen kun je alles. Het bedrijf is begonnen in de begin jaren dertig van de vorige eeuw. We hebben de honderd jaar dus helaas net niet volgemaakt. Maar het is een heel mooi avontuur geweest. Zo bekijken we het. Het is voor mij in 1993 begonnen en in 2023 is het opgehouden. We hebben er enorm van genoten. We zijn klein begonnen en groot geëindigd. Een schitterend mooie winkel neergezet, daar ben ik heel trots op. Super leuke dingen meegemaakt en helaas ook minder leuke… Een vat vol verhalen. Maar het is goed zo. Moai weest.’