‘Bij de KNRM moet je meteen handelen, anders ben je te laat’
Op 5 november 2021 namen zowel secretaris-penningmeester Cor de Jong, als schipper Theo Nobel afscheid van de Koninklijke Nederlandse Reddingmaatschappij. De KNRM hanteert een streng beleid als het gaat om de leeftijd van de mensen, die óf als vrijwilliger óf in dienstverband voor de maatschappij werken. Verjonging is noodzakelijk als het gaat om een organisatie, die zich inzet voor het redden van mensenlevens. ‘Dat weet je van tevoren’, verzekert ex-schipper Theo Nobel, die al in 1986 opstapper werd en in 1996 schipper. Cor de Jong neemt na zestien jaar afscheid. Ze kijken terug op mooie jaren, waarin ze veel samen meemaakten en gezamenlijk optrokken, maar ook wel eens botsten. Aan de woonkamertafel bij Cor de Jong kijken de mannen terug en halen ze herinneringen op.
Hoe word je secretaris-penningmeester van de KNRM?
Cor, lachend wijzend naar Theo: ‘Hij heeft me gevraagd. Het was een vreemde situatie. In 2005 was het boothuis verbouwd door Mosterman Bouw en was ik gevraagd de vloerbedekking te verzorgen. Ook waren lamellen voor de ramen bij mij besteld. Ik was op een ladder tegen het hoge raam aan de zuidkant bezig met het ophangen van de lamellen toen de toenmalige secretaris-penningmeester het boothuis binnenkwam en zijn sleutels en pieper op tafel legde. Theo keek hem aan en vroeg of hij een paar dagen weg ging? Dat was niet het geval, Sjirk Klasema had besloten om te stoppen. Ik had die conversatie natuurlijk niet moeten horen, maar dat was wel gebeurd. In die eerste momenten van consternatie vroeg Theo min of meer schertsend maar met een serieuze ondertoon: Is dat misschien iets voor jou? Ik moest me op dat moment wel goed vasthouden, want dit had ik niet verwacht. De onderliggende vraag was wel zo serieus dat ik er ‘s middags tijdens de lunchpauze met mijn vrouw Lenie en de kinderen over gesproken heb. ‘Pa, dat moet je doen!’ vonden ze allemaal. Ik was al secretaris bij de Watersportvereniging en het bleek een goede combi te zijn. Bovendien was de affectie voor de KNRM me in mijn jeugd al bijgebracht. Mijn vader Jan was een tijdlang schipper op de reddingboot. Als kleine jongen zat ik vanaf een veilige plek in het boothuis naar het vertrek van de boot te kijken als er geoefend werd’.
Dat was nog niet de officiële aanstelling. Hoe verliep die?
Cor: ‘Het voorgaande gesprek speelde zich af in mei. In juni was de officiële opening van het verbouwde boothuis. Behalve ik werd ook Henk Mosterman benoemd tot lid van de plaatselijke commissie. Sip Wiebenga, die toen directeur was van de KNRM praatte me tijdens een kennismakingsgesprek bij als secretaris-penningmeester. Hij vertelde dat ik moest toezien dat er geoefend werd en dat het materiaal in goede staat moest zijn. Verder moest de bemanning de nodige cursussen gaan volgen. En tot slot vertelde hij dat de toiletten schoon moesten zijn. Nou, dacht ik bij mezelf: dat moet zo moeilijk niet zijn. Maar het pakte anders uit! We hebben in die zestien jaar die volgden veel mee gemaakt. Er werd mij in dat eerste jaar een cursus aangeboden: eerste hulp bij traumatische ervaring. Bij het werk als bemanningslid van de KNRM is een dergelijke ervaring waarbij je hulp verleent aan iemand in de problemen niet denkbeeldig. In het jaar 2005, toen ik begon en het jaar 2006 heb ik die cursus inderdaad gevolgd. Daarna ben ik vertrouwenspersoon geworden en dat ben ik nog. Aan die cursus heb ik ook in mijn persoonlijke leven, bijvoorbeeld na het overlijden van Lenie veel gehad, maar ik heb ook mensen kunnen helpen bij de verwerking van heftige ervaringen’.
De monstergolf van 2006 bracht de Anna Margaretha in grote problemen...
Theo: ‘Op 1 november 2006 ging ’s nachts het alarm om 03.30 uur. Ik had die dag een afspraak in Bussum met m’n vrouw voor een medische ingreep en had twee vervangende schippers geregeld. En hen gewaarschuwd voor de storm van de aankomende dag. Het cementschip Cementina had stuurproblemen, ten noorden van Schiermonnikoog. Om 08.00 uur had ik nog contact met de bemanning en meldden ze bijna in de buurt te zijn. Cor en ik troffen elkaar op de veerboot naar de wal en bespraken de situatie. Cor besloot terug te gaan om contact te kunnen houden met de reddingboot, die onderweg was en nu haar bestemming bereikt moest hebben’.
Cor: ‘Via kustwacht Schiermonnikoog kwamen de eerste alarmerende berichten binnen. De Anna Margaretha was boven Schier gesignaleerd en men had gezien dat ze onder water verdween. Later hebben we van de bemanning gehoord wat er was gebeurd. Drie mannen stonden aan dek om een sleepverbinding tot stand te brengen, maar men had net besloten die poging te staken. Op het moment dat de derde man van buiten het stuurhuis wilde binnengaan, werden ze overvallen door een monstergolf, die ongeveer dertien meter hoog geweest moet zijn en sloegen ze over de kop. De boot is gelukkig zelfrichtend, zelfs met twee ton extra zeewater in het stuurhuis dat door de openstaande stuurhuisdeur naar binnen was gelopen toen de laatste man van buiten naar binnen ging. Gelukkig waren alle mannen binnen en kwam het schip overeind. Er volgden meteen daarna nog twee kenteringen in de enorme golftoppen en dalen van de huizenhoge golven. Door goed optreden van schipper en bemanning slaagden ze erin op één motor en zonder elektrische apparatuur Lauwersoog binnen te lopen. In de Ballumer Bocht wachtte inmiddels iedereen inclusief burgemeester en voorzitter van de plaatselijke commissie Albert de Hoop op bericht. Gelukkig bleek een van de bemanningsleden een mobieltje in zijn pak te hebben. Dat was droog gebleven. Van hem hoorden we dat verlossende bericht van ‘we varen weer!’ Maar inmiddels was er wel anderhalf uur van ondraaglijke spanning voorbij. De bemanning van de Cementina is later van boord gehaald door een helikopter’.
Had het gebeuren een impact op de bemanning?
Cor en Theo beamen dat beiden, hoewel het ook de ultieme proef en bewijs was hoe stabiel het schip van het type van de Anna Margaretha is en zich herstelt na het kapseizen in deze uitzonderlijk hoge golven. Theo: ‘De golfhoogte hebben we kunnen verifiëren omdat bij een booreiland op een bordes spullen waren weggeslagen’. Cor: ‘Het was goed afgelopen, maar het blijft wel een tijd tussen de oren aanwezig’.
Cor: ‘Maar het gebeurde nog eens, nu met de Maria Hofker van het station Nes tijdens de zoekactie naar het Duitse meisje in augustus 2020. Ook dit liep gelukkig goed af. Ik ben toen veel op het strand geweest, bijna een week lang hebben we gezocht. Iedereen hielp vanaf die eerste avond mee om te zoeken: in het water maar ook vanaf het strand zochten veel Amelanders mee in hun jeeps. Behalve de mensen van de KNRM was de politie, brandweer, Ghor, RP te water en de douane aan het zoeken. Als één familie. Zo zie je maar waar een klein eiland groot in is. Zoekacties hebben we meer gehad, niet alleen op zee maar ook op het eiland zelf. De bemanningen van zowel de Maria Hofker met de wippertruck als communicatie-eenheid en de mannen van de Anna Margaretha werden hierbij ingezet, gezamenlijk met de Brandweer en Rijkspolitie van Ameland.
In je eigen bedrijf had je veel alleen gewerkt, nu bleek dat je een talent hebt om mensen te verbinden.
De totale bemanning van de stations Ballumerbocht en Nes bestaat uit 28 man. Dat zijn ook 28 verschillende meningen, maar met één gezamenlijk doel: mensen redden. Als secretaris-penningmeester ben je het aanspreekpunt voor al je bemanningsleden. Op de jaarlijkse spelavonden met de KNRMers en de Life Guards kijk ik met een goed gevoel terug. Toch zijn er onderlinge meningsverschillen geweest, die mij wel hoofdbrekens hebben gekost. Soms zag ik daardoor een bemanningslid of zelfs een commissielid vertrekken. Gelukkig kwam David Metz, hij is mijn opvolger geworden, met het idee om beide stations samen te voegen op een groot station in de Ballumerbocht waar alle bemanning kan komen, oefenen en samenwerken.
Ik heb geprobeerd om aandacht te geven aan het thuisfront, door bijvoorbeeld een nieuwjaarsreceptie te organiseren voor bemanning èn partners en heb voor de gezinnen van de bemanning familiedagen georganiseerd met een combinatie van varen en een barbecue. Ook hebben we werkgeversdagen georganiseerd. Deze werkgevers zijn coulant naar onze mannen. Is er een oproep dan zien ze midden op een werkdag hun werknemers vertrekken naar een klus voor de KNRM, daar mag best wel waardering voor zijn en wat tegenover staan. Dan was er nog het gouden donateursspeldje, waarmee we mensen in het zonnetje zetten, die maar liefst 50 jaar lang donateur waren van de KNRM. Ook met hen gingen we varen en we verzorgden daar een hapje en een drankje bij. Verder organiseerden we één keer per jaar een oefenavond met de beide boten, de Life Guards met boten en waterscooters en de catamaranclub. Dat waren interessante avonden, waarbij bijvoorbeeld werd geleerd hoe je een omgeslagen catamaran weer moet richten.
Helaas moesten we dat allemaal opschorten in coronatijd. We hebben leren vergaderen met zoom, ik moet zeggen dat me dat zwaar viel. Ik miste het echte menselijke contact’.
Het materiaal in goede staat te houden was een ander deel van de werkzaamheden. En er is veel materiaal…
Cor: ‘Ik heb geleerd om bij de KNRM meteen in actie te komen als er een manco ontstond ergens in het materiaal. Het kan een volgend moment nodig zijn voor een cruciale actie. Dat heb ik ook altijd gedaan: meteen aanpakken. Maar er gebeurde veel meer: er kwam voor de wippertruck en de boot Maria Hofker een nieuw boothuis. Meteen daarna heb ik samen met Bernard Kooiker het oude boothuis verbouwd tot een bemanningsverblijf. Met voorzitter Albert de Hoop ging ik naar het hoofdkantoor in IJmuiden om zaken te regelen zoals een extra plotter voor op de Maria Hofker en later de aanschaf van een nieuwe truck. De onderhandelingen op het kantoor liepen soms heel stroef, waren niet altijd gemakkelijk, maar we hebben het wel voor elkaar gekregen!
En toen werd ik toch opeens 70, wat betekende dat er volgens de voorschriften en richtlijnen een eind kwam aan mijn werkzaamheden voor de KNRM. Mijn verjaardag valt in februari en je moet afscheid nemen in het jaar waarin je 70 wordt, dus dat gaf me nog enig respijt en door corona moest de afscheidsavond nog eens worden uitgesteld. Maar op 5 november is het er, precies voor de nieuwe lockdown voor Theo en mij toch van gekomen. En toch niet helemaal. Ik blijf nog verbonden met de Life Guards op het strand’.
Theo, zijn voorganger als coördinator bij de Life Guards lachend: ‘Ook daar heb ik Cor weer voor gevraagd’.
Cor: ‘Met deze energieke jonge mensen in leeftijd variërend van 18 tot 34 had ik een heel mooi seizoen, vooral ook heel gezellig. Overigens heb ik met hen ook diepgaande gesprekken gevoerd. Mijn functie/naam als coördinator werd al snel omgedoopt tot Cordinator en wat mij betreft mag dat nog wel even zo blijven’.