In een vorige aflevering van de ‘Amelander’ publiceerden we een interview met schrijfster Joke Mosterman over de totstandkoming van haar boek. Voor ‘Ameland, tussen Pinkegat en Borndiep’, wat in de boekhandels op Ameland te koop is, was Joke Mosterman voortdurend op zoek naar foto’s, die uitdrukten wat ze wilde beschrijven. Het boek volgt een route van Oost- naar West-Ameland aan de hand van verhalen. In dit vervolginterview vertelt Joke, hoe ze die bijzondere foto’s kon vergaren. Joke Mosterman: ‘De foto’s van de paardenreddingboot in het boek zijn van Jan Spoelstra. Hij heeft ze geschoten in een gouden avondlicht, zoals je dat ziet in de nazomer’. Jan Spoelstra is onder andere bekend om zijn prachtige actiefoto’s van de paardenreddingboot. Hij stelde voor het Maritiem Museum een portrettengalerij samen van de huidige voerlui. Ze zijn op dit moment te bezichtigen. Jan Spoelstra: ‘Het was best een werk om alle portretten te maken en er een eenheid in te bewaren’.
De foto’s van Jantina Scheltema.
Hoofdstuk drie van het boek beschrijft hoe het strand en de schone, zoute lucht, verrijkt met jodium een bijdrage kunnen leveren aan de gezondheid van de gasten, die Ameland bezoeken. Joke Mosterman: ‘In de negentiende eeuw werd de vakantie aan zee populair. Engelse artsen hadden ontdekt hoe de gezondheid van hun patiënten verbeterde door een vakantie aan zee en dit idee verspreidde zich langs de hele Noordzeekust, het werd een hype! Vooral de Duitse adel omarmde de nieuwe gezondheidsleer, kort daarna gevolgd door de rest van de bevolking. Tot in de jaren zestig van de vorige eeuw propageerden artsen een verblijf van minstens drie weken aan zee, met name om longziektes te genezen, maar ook om zwakke, kleine kinderen een nieuwe start te geven in hun groei. Op de Duitse waddeneilanden Juist, Norderney, Amrum en Föhr wordt aan de bezoekende gast al op de veerboot uitgelegd hoe goed een verblijf aan zee zal zijn voor zijn gezondheid. Om dat gevoel van welbehagen aan zee en het stimuleren van de groei van het jonge kind in beeld te brengen, vond ik bij Jantina een prachtige foto van een moeder met haar dochtertje langs een zoom van schelpen, spelend en wandelend op het strand. Verderop in het boek bij de beschrijving van de commandeurshuizen op het eiland brengt zij de kenmerkende details van een commandeurswoning in beeld. Samen brachten we, Jantina en ik, een middag door op de jutterszolder van een Amelander strandjutter en ook hier maakte ze prachtige foto’s bij volgens mij een mooi verhaal over het rijke leven van een jutter. Ook de foto’s van sieraden van barnsteen, vervaardigd door Wally Beyaard zijn van Jantina. Net als de foto’s van Klaas Nobel, die de kunst van het vervaardigen van beddenbankjes en andere Amelander meubels uit vorige eeuwen nog beheerst alsof ze dateren uit de zeventiende eeuw’.
Zeehonden op Düne gefotografeerd door Marcel van Kammen.
Joke: ‘Toen in de Leeuwarder Courant een paginagrote fotoreportage werd gepubliceerd van Marcel van Kammen over de pasgeboren jongen van de Grijze zeehond op het in de winter ijzig koude eiland Düne bij Helgoland, heb ik contact met hem gezocht. Die zomer waren mijn man en ik met de Amelander piloten Durk Venema en Tino Barf geland op het vliegveld van het vlakke strandeiland Düne. Van daar liepen we naar de aanlegplek van de veerboot naar het rotsland Helgoland, wat we wilden bezoeken. Op Düne wandelden we langs het strand wat bevolkt wordt door honderden Grijze zeehonden, met op slechts kleine afstand de badende toeristen. De Grijze zeehond werpt haar welpjes van november tot februari, in hartje winter dus. Maar gewend als ze zijn aan mensen, kun je op Düne verhoudingsgewijs dicht bij de jongen en hun moeders komen. Marcel maakte prachtige foto’s van een eiland vol moeders met jongen, nog met hun witte geboortevachtje. Nog mooier: ik mocht ze inderdaad gebruiken voor in het boek’.
De afbeeldingen bij het verhaal over commandeur Marten Jansen zijn foto’s van schilderijen uit het Groenlandse Christianshavn, meegebracht door Jan de Jong.
In het rampjaar met de drie zevens 1777 raakte behalve van de beroemde commandeur Hidde Dirks Kat ook het schip van commandeur Marten Jansen uit Nes bekneld in het ijs en verloor hij zijn schip. Dat gebeurde al vroeg in het walvisseizoen; de storm van 18 augustus 1777 versplinterde ‘Het Witte Paard’. Het restaurant met dezelfde naam op de Torenshoogte van Nes herinnert er nog aan. Marten Jansen overleefde en ook hij hield een dagboek bij, maar man van weinig woorden als hij was, werd dat een bescheiden document. Zo beschrijft hij het vergaan van zijn schip met maar een paar woorden: ‘Toen verloren wij ons schip’. Maar hoe laat je de tragiek van deze gebeurtenis zien in beeldmateriaal? Soms helpt het toeval je een handje. Ik was met Jan de Jong en Paulus Brouwer mee in het voorjaar van 2016 om een artikel te schrijven over de nestbescherming van weidevogels. Het bleek dat Jan, samen met zijn vrouw Thea een reis had gemaakt naar Groenland om meer te weten te komen over zijn voorvader Gerbrand Pieters, die na een reis naar Groenland nooit meer thuiskwam op Ameland. Wat was er met hem gebeurd? In het boek staat hoe het leven van Gerbrand Pieters waarschijnlijk verlopen is. In de musea, die Jan en Thea bezochten, maakte Jan foto’s, afbeeldingen van tekeningen in zwart/wit, die de walvisvaart in de wateren rond Groenland uitbeelden. Beelden uit de eerste hand! Ze vormen het hart van het boek. Als illustratie van een artikel in het blad van Air Greenland vond Jan nog een afbeelding van een schip wat door het ijs werd vermalen, terwijl de bemanning op het ijs ernaast moest toekijken. Ook die afbeelding konden we plaatsen’.
De met ijs bedekte spitse bergen van Spitsbergen met daarop een ijsbeer met twee jongen, een foto van Aise Dijkstra uit Oosterzee.
Joke: ‘Nog eens geluk had ik door de ontmoeting met Aise Dijkstra uit Oosterzee, het dorp waar onze dochter woont. Door haar kwamen we in contact met Aise en zijn vrouw. Zij zijn echte globetrotters. Een aantal jaren eerder bleken ze op Spitsbergen te zijn geweest. Ze maakten vanuit een zodiac de prachtige foto van een ijsbeer met twee jongen, die precies paste in het verhaal van Marten Jansen. ’s Nachts werden de schipbreukelingen bezocht door ijsberen, die afkwamen op de geur van het walvisvlees uit de vergane schepen. Het dreef tussen de ijsschotsen, waarop de doodsbange schipbreukelingen in de barre vrieskou hun toevlucht hadden moeten zoeken’.
Prachtige foto’s van weidevogels, gemaakt door Tom Voortman.
‘Tijdens de excursie met Jan en Paulus ontmoette ik Tom Voortman. Hij heeft zijn hart verpand aan Ameland en helpt Jan en Paulus vroeg in het voorjaar eerst met het in kaart brengen van de nesten van de weidevogels en later in het jaar ook met ringen van de jonge vogels. Hele dagen is hij dan in het veld en legt prachtige momenten vast van jonge vogels en hun ouders. Ik mocht ze gebruiken in het boek. Toen ik een foto van moeder scholekster met haar jong bekeek, vond ik dat moeder scholekster trots uitstraalde, ze keek vertederd naar haar parmantige jonkje. Tom mailde me terug: ‘Zie jij dat ook? Ik denk dat ook vaak te zien’.
Foto’s en afbeeldingen van schilderijen gekregen van Amelander families.
Suzanna Twicklers’ verhaal over haar overgrootvader Willem Theunis Metz uit Buren, die in dienst van Napoleon deel uitmaakte van de ‘Grande Armee’, een enorm leger wat naar Rusland marcheerde, zou niet zo tot de verbeelding spreken als de afbeelding van Willem Theunis Metz, indrukwekkend in uniform en te paard, niet geplaatst had mogen worden. Dat geldt ook voor de afbeelding van het schip Poelau Roebiah, waarmee Simon Elgersma in 1943 schipbreuk leed na bijna de halve wereld te hebben rondgevaren om in het zicht van de haven toch getorpedeerd te worden door een Duitse onderzeeër. Ook afbeeldingen van schilderijen van schepen van voorvaders mocht ik gebruiken. Sommige verhalen zijn gedurende meerdere generaties in de families verder verteld en aan de hand van afbeeldingen of gebruiksvoorwerpen bewaard gebleven. Van Piet Schuringa zijn de foto’s van de hoerenhondjes. Zijn vrouw Afie bezit een prachtige collectie van deze door zeelieden meegebrachte souvenirs’.
Foto’s van nu.
‘Van voor tot achter in het boek zijn er foto’s te vinden, die mijn man Theo Mosterman maakte. Vaak trokken we er samen op uit op zonnige dagen met indrukwekkende wolkenpartijen. Alles moest zo mooi mogelijk op de foto. Bijzonder zijn ook de foto’s van Rindert Wijnstra, kok bij restaurant ‘Tante An’ in Hollum. Hij maakte een aantal prachtige landschapsfoto’s, maar ook een foto van de kudde paarden op het Oerd. Ik zag de foto op Facebook. Rindert vertelde: ‘Op die zomerse morgen zag ik ze van verre in draf op me afkomen, de kudde van zeker veertig paarden. Ik wist dat deze foto zou slagen, alles zat mee: het licht, de stand van de zon, de energie, waarmee de paarden zigzaggend door de duinen galoppeerden’. Gefascineerd door natuur is ook Anja Brouwer. Van haar is de cover van het boek. 2016 was een succesjaar voor haar: ze won de Frans Lanting-Photo Award van Wereld Natuur Fonds met die prachtige foto, die ze maakte op de Feugelpôlle van een Noordse Stern, die haar jong voert te midden van duizenden kanoetstrandlopers. En wie zou beter de vlinderfoto’s hebben kunnen verzorgen dan Theo Kiewiet.’
Het kunstwerk van Jes van der Bijl in het Bunkermuseum in Hollum werd gefotografeerd door haar echtgenoot Bert Creyghton.
‘In het Bunkermuseum in Hollum heeft de kunstenares Jes van der Bijl in de stilteruimte een kunstwerk gemaakt om alle oorlogsslachtoffers te herdenken. De ruimte en de manier waarop het kunstwerk is vervaardigd is indrukwekkend. Op de in ultramarijn geschilderde muur bracht zij een reliëf aan van bladgoud. Zij liet zich daarbij inspireren door het geluid van de misthoorn, door emoties van thuiskomst en vaarwel. Ik was erbij toen haar man Bert Creyghton de foto’s maakte. Het gedicht wat het boek besluit is van haar.’
Tijdens de boekpresentatie werd het eerste boek aangeboden aan mevrouw Jetta Klaassen-van den Brink.
Het boek is verkrijgbaar bij de boekhandels, VVV en de Amelander musea. De prijs is € 29,95.