‘Het heerlijk avondje is gekomen, het avondje van…’ Ja, van wie eigenlijk? Het is opnieuw de tijd van het jaar. De goedheiligman is in het land, samen met zijn jarenlange en betrouwbare knecht. Zwarte Piet, zoals wij hem eigenlijk allemaal kennen. Maar niet voor iedereen is dat een even fijne benaming. Al sinds de jaren tachtig – net na de onafhankelijkheid van Suri-name – zijn er hier en daar Zwarte Pieten-protesten. Veel Surinamers verhuisden namelijk naar Nederland en werden hier geconfronteerd met Zwarte Piet. Of meer bepaald: de ver-gelijking van Zwarte Piet en de creool-se cultuur.
Voor de mensen die het niet weten: creolen zijn een Surinaamse bevol-kingsgroep die afstammen van voor-malige Afrikaanse slaven. Slavernij is anno 2019 in alle landen ter wereld verboden, alhoewel het helaas niet overal verdwenen is. Vooral in de tijd van de koloniën (in de eeuwen 1500-1900) maakten ook veel westerse lan-den zich schuldig aan slavernij. Een verschrikkelijk iets. Best logisch dus, dat de creoolse gemeenschap in Neder-land in de jaren tachtig en negentig voorstelde om het Sinterklaasfeest voortaan zonder Zwarte Piet te vieren. Dat ging niet door, maar wel werd Piet her en der aangepast.
Na diverse pogingen om de uitstraling van Zwarte Piet te veranderen, stelde een bevolkingsonderzoek in 1998 vast dat 96% van de Nederlanders het Sinterklaasfeest als een traditie voor de kinderen zag en dat het niets met discriminatie te maken had. Daarmee werd de discussie eigenlijk in de ban gedaan. In mijn jeugdjaren (geboren in 1991) heb ik er althans niets van mee-gekregen. Dat er überhaupt zoiets speelde. Op mijn achttiende werd ikzelf door Sinterklaas benaderd om hem te assisteren daar waar nodig. Ik heb dat vijf jaar gedaan. Juist in die periode werd de impasse in de Zwarte Pieten-discussie doorbroken.
Het waren in 2011 Quinsy Gario en Jerry Afriyie die het kunstproject ‘Zwarte Piet is racisme’ startten. Samen met twee anderen gingen ze vervolgens naar de intocht van Sin-terklaas in Dordrecht met een T-shirt aan waarop ‘Zwarte Piet is racisme’ stond. Ze werden opgepakt. Ze werden landelijk nieuws. Ze werden interna-tionaal nieuws. Gario diende daarna een protest in tegen de politie dat hij beperkt werd in zijn vrijheid van me-ningsuiting. Daarin had hij gelijk. Sinds dat jaar treedt Gario op als tegenstander van Zwarte Piet. Hij en zijn – inmiddels – vele aanhangers vinden dat Zwarte Piet een racistische stereotypering is.
Ieder jaar keert de discussie terug en ieder jaar intensiever en agressiever dan twaalf maanden eerder. Nu heb-ben we roetveegpieten, hebben we het over regenboogpieten gehad en wat al niet meer. We hebben het hier nog wel altijd over een kinderfeest. Een Neder-landse traditie. In een multiculturele samenleving, dat wel. Moeten we daar rekening mee houden? Ja. Rationeel gezien zou ik zeggen dat het geen donder uitmaakt hoe Zwarte Piet eruitziet. Want vraag kinderen wat ze het allerleukst vinden aan het Sinter-klaasfeest, dan zijn dat de cadeaus en het snoepgoed. Nee, niet Sinterklaas. En nee, niet Zwarte Piet.
Rationeel zou je dus kunnen stellen dat Gario, Afriyie – wat overigens goed om te weten is: Gario is geboren op Curaçao en Afriyie in Ghana, bei-den dus niet in Suriname – en anderen best een punt hebben als de opzet van Piet anders moet. Emotioneel is dat voor veel Nederlanders een heikel punt. ‘Je komt niet aan onze tradities als je hier komt wonen!’, is een veel gehoord argument. Eigenlijk is dat heel gevaarlijk. Want op die manier creëer je een wig tussen de verschil-lende etnische groepen die hier in harmonie samenleven. Sterker: als die lijn zich voortzet, drijf je het racisme op de spits. De scheidslijn gaat steeds dikker zijn.
Hopelijk komt het niet zo ver. Laat het duidelijk zijn: ik ben geen tegenstander van Zwarte Piet. Maar de gehele dis-cussie had eigenlijk helemaal geen discussie moeten zijn. Voor Surina-mers niet, voor Curaçaoërs niet, voor Ghanezen niet en bijval voor alle ge-kleurde mensen niet. Zwarte Piet is niet racistisch. Voor iedereen die daar niet in mee wil: ik raad diegene aan de documentaire Wild Geraas van de onafhankelijke journalist Arnold-Jan Scheer te bestellen en te bekijken. Want Zwarte Piet is niet iets Neder-lands. Sterker nog: het Amelander feest aan het begin van december dat niets met Sinterklaas te maken heeft?
Think again. Toch kunnen we er niet omheen. Anno 2019 is de bemoeizucht van het individu tot grote hoogte gestegen in Nederland. ‘Ik vind daar iets van’, is ondertussen behoorlijk ingeburgerd. Want na Zwarte Piet, staat nu ook het Kerstfeest onder druk. Supermarktketen Lidl spreekt al van Pakjesfeest en houdt het bij ‘Feest’ wanneer men ’t over de Kerst-periode heeft. Op scholen hebben we in veel gevallen al niet meer het Kerstdi-ner voor de Kerstvakantie (hoe gaan we dat eigenlijk noemen?), maar over ‘eindejaarsmaaltijd’. Wat gebeurt er straks met de Ramadan, het Suiker-feest of Goede Vrijdag? Alles politiek-correct?
Waarom kunnen we iedereen niet in elkaars waarde laten in dit multicul-turele land? Waarom accepteert de ene bevolkingsgroep niet dat Zwarte Piet een afstammeling is van de Moren (een bevolkingsgroep uit de middeleeuwen, veel eerder dan de slavernij) en waar-om accepteert de andere bevolkings-groep niet gewoon dat een offerfeest hoort bij de andere cultuur? Ik vraag me bovendien weleens af waar ieder-een de tijd vandaan haalt om zich overal zo over op te winden. Vaak kleine zaken. Dát is pas droevig, eigen-lijk. Ga iets nuttigs doen. Demonstre-ren mag. Het ergens mee oneens zijn ook. Maar laat het er dan toe doen.
Stop het grote zeiken om alles, om niets.
Youri IJnsen